De ervaring van het zien van mijn overleden vader heb ik jarenlang voor me gehouden, uit angst voor gek verklaard te worden. Het heeft een tijd geduurd voor ik snapte dat het mijn eigen ongeloof was in plaats van afwijzing door de buitenwereld wat ervoor zorgde ik in de ontkenning bleef. De wortel van de angst ten aanzien van wat ‘een ander’ ervan zou kunnen vinden, ligt vaak in het ongeloof van de mens zelf.

 

10 minuten luistertijd


 

Sterven is geen ziekte

Boodschappen doen op de markt in Leiden

Ik was 23 en woonde in een studentenhuis op de Hooglandse kerkgracht in Leiden. Zaterdag was een favoriete dag voor me want dan was er markt vlak voor mijn deur. De sfeer met alle kraampjes, het geroezemoes van de mensen buiten met zo nu en dan een koopman die met luide stem zijn waren aanprijst is altijd een sfeertje waar ik van geniet. Ik loop er ook graag in mijn eentje rond, (stiekem) luisterend naar flarden van wat mensen elkaar te vertellen hebben.
Op een dinsdag, vier dagen voor één van die marktzaterdagen in Juli 1983 overleed mijn vader, totaal onverwacht, nog geen 50 jaar jong; mijn voorbeeld, de man voor wie ik perfect wilde zijn, al was de dynamiek tussen ons een dagelijks terugkerende uitdaging,
Mijn vader was een mathematicus. Hij zei altijd:

 Het enige wat ik in Delft geleerd heb – hij was werktuigbouwkundig ingenieur-  is logisch denken’.

Ik noemde hem Spock, naar het emotieloos denkende ‘Vulcan’ Archetype uit de Amerikaanse televisieserie Star Trek.

Spiritualiteit versus logica

Al spraken we het nooit echt naar elkaar uit; op spiritueel gebied botste het diepgaand tussen ons. Geboren met een natuurlijk ‘weten’  dat  ik zonder het te beseffen bezat, voelde ik  diep van binnen van alles. Mijn vader leek alleen naar het geïnstitutionaliseerde geloof op aarde te kijken en benoemde het als  de oorzaak van alle ellende;  zette zich af tegen alles wat er ook maar enigszins naar rook en noemde zichzelf atheïst.  Voor hem was er geen ander leven dan dat op aarde. Over wat zich in zijn binnenwereld afspeelde heb ik in de 23 jaar die we samen op aarde doorbrachten nooit nagedacht. Ik hield intens veel van hem, hij was mijn rots, maar was tegelijkertijd onmogelijk te bereiken.

De wereld staat stil

Zijn dood was voor alle mensen om hem heen een verbijsterende schok. Hij was een aanwezig man; zo iemand die de kamer vult wanneer hij ergens binnenkomt. Als enig kind, met mijn moeder in shock, regelde ik mechanisch alles wat er geregeld moest worden. ‘Iets’ in mij nam over. Een onbenoembaar overlevingsmechanisme wat wist dat ik door moest gaan met ademhalen. Verder voelde ik alleen een vreemde fysiek waarneembare leegte, een doffe verdoving die op gevoelsniveau intens pijnlijk was en waar ik – onbewust – zo ver mogelijk van weg bleef.  Ik had geen benul van wat me overkwam. Het feit dat iedereen  tijdens die marktzaterdag vlak na zijn dood gewoon boodschappen liep te doen verdwaasde me. Ik liep er weliswaar zelf ook tussen, want ja het leven gaat door, maar vond het wel heel vreemd dat het niemand opviel hoe vreemd dat was.  De wereld stond immers stil?

Energetisch meebewegen

Pas tientallen jaren later heb ik  energetisch kunnen verwoorden wat er tijdens die eerste dagen na de dood van mijn vader met me gebeurde. De grond werd letterlijk onder mijn voeten weggeslagen, alsof er een stuk van mijzelf met mijn vader mee was gevlogen de ether in. Energetisch gezien gebeurt dat ook wanneer iemand een schok krijgt die zo groot is dat het onbevattelijk is. Het etherlichaam, wat normaal gesproken via de voeten en de eerste en tweede Chakra het fysieke lichaam verbindt met de voedende, ondersteunende Yin energie van moeder aarde, ‘ontaardt’ in een ongeleid projectiel wat alle kanten uitvliegt. Alles boven de gordel, mijn brein, mijn redeneervermogen, mijn actiebereidheid deed het nog; alles daaronder was verdwenen. Eén van de 3 energetische schatten waar ieder mens op geheel eigen wijze dagelijks levenskracht uit put, een energiepunt tussen navel en het bekkenbodem gebied, had de handdoek in de ring gegooid. Mijn verbinding met het aardse was verdwenen. Ik was in een wereld terecht gekomen waar tijd geen momenten kent en ruimte geen plek heeft, een welhaast buitenaards bewustzijn wat niets meer te maken heeft met de dan  plotseling zo aanlokkelijke tredmolen van alledag.

Inbrekers op het dak.

Vlak na mijn vaders overlijden – ik zeg altijd 2 dagen, maar eerlijk gezegd was ik elk gevoel voor tijd kwijt in die periode – sliep ik in het huis van mijn ouders en droomde dat er inbrekers over het dak liepen. Ik hoorde hun zware voetstappen bonken op het dak. Tijdens die droom besefte ik in een flits dat het zware bonken werd veroorzaakt door het kloppen van mijn hart in plaats van voetstappen van inbrekers. Ik schrok enorm van die bewustwording. Letterlijk een doodsangst maakt zich van mij meester. Het voelde alsof  ik zelf ook dood ging.  Ik schoot half overeind uit bed met wijd open ogen, keek naar links en zag mijn vader naast mijn bed staan, gehuld in een witte halo.

Geloven wat je ziet

‘Ik zag ze vliegen’, zoals ik het toen benoemde. Jaren heb ik gedacht dat ik teveel gedronken had de avond ervoor. Inmiddels weet ik dat het een zogenaamde grenservaring was. Wanneer iets te overweldigend is om het te bevatten – of het nu fysieke of mentale pijn of geestelijke nood betreft – kan het zo zijn dat je deels uit je aarding flipt – in zekere zin je grenzen verlegt – en terecht komt in een veld waar de wetten van ruimte en tijd zijn weggevallen. Er zijn wat dat aangaat grote overeenkomsten tussen spirituele ervaringen, psychoses en traumatische gebeurtenissen.

De ervaring van het zien van mijn overleden vader heb ik jarenlang voor me gehouden, uit angst voor gek verklaard te worden. Het heeft een tijd geduurd voor ik snapte dat het mijn eigen ongeloof was in plaats van afwijzing door de buitenwereld wat ervoor zorgde ik in de ontkenning bleef. De wortel van de angst ten aanzien van wat ‘een ander’ ervan zou kunnen vinden, ligt vaak in het ongeloof van de mens zelf.  Ik schreef er een paar jaar geleden een blog over op de website van de academie voor geesteswetenschappen, onder de titel : Geloven wat je ziet

Wat ik met deze zelfonthulling  wil aangeven is dat er heel veel meer is tussen hemel en aarde dan met de 5 fysieke zintuigen waar te nemen is en dat ‘wie de mens is’ zich ook buiten de fysiek aanwijsbare grenzen bevindt; een kwantumbewustzijn, waarvan een glimp wordt opgevangen in een wereld buiten de fysieke werkelijkheid.
Door de jaren heen kwam ik langzaam maar zeker tot het inzicht dat grenservaringen heel heilzaam zijn wanneer je je daarvoor openstelt.  Voor mij transformeerde het zien van mijn vader en de dromen die ik later nog over hem zou krijgen  in een troostende ervaring die me veel leerde over mezelf en de wereld naast de dood. Ik ga daarin zelfs zo ver te denken dat mijn vader’s vroege dood ook een keus was van hem en misschien wel een karmische afspraak tussen ons. Mijn vader had het, om verschillende redenen, wel gehad hier op aarde. Na zijn sterven werd onze relatie beter dan die ooit geweest was. Voor het eerst voelde ik me door hem omarmd en gezien.

Onvoorwaardelijke liefde

In de vele boeken over nabij de dood ervaringen (NDE’s) die tegenwoordig het licht zien – pardon the pun – wordt bijna onveranderlijk gesproken over een waarneembaar gevoel van onvoorwaardelijke liefde. Bijzonder ook zijn de verhalen over mensen wanneer ze zich bewust worden van hun sterfelijkheid, en bepaalde onverkwikkelijke zaken nog recht willen trekken, vergeving vragen of geven aan medemensen met wie ze in conflict zijn geweest.

Bijzonder ook zijn de verhalen van mensen die uit een NDE terugkeren en daarna een compleet andere draai aan hun leven geven. En voor nabestaanden kan het zijn dat ze door de confrontatie met sterfelijkheid pas gaan beseffen hoe belangrijk een overledene voor ze was, wat ze wellicht anders hadden willen doen, nog hadden willen delen of vragen.
In dat opzicht lijkt het wel alsof de onvoorwaardelijke liefde als een soort voorbode of gids rondom het sterven hangt en daar zorgt voor een verzachting, een relativering van wat nu eigenlijk belangrijk is in het leven, een bewustwording die goed van pas komt tijdens de levensreis.

Het is mijn persoonlijke overtuiging dat het de missie van de mensheid is te leren dat we hier met elkaar moeten Zijn met een hoofdletter Z. Hoe mooi zou het Zijn, wanneer we zorgvuldig en met compassie met elkaar omgaan, in plaats van geld verdienen aan elkaar en ons eigen plotje grond verdedigen.  Ik zeg dit zonder de politiek, economie, consumptiemaatschappij al te veel op de beklaagdenbank te willen zetten. Er is immers een bepaalde structuur nodig om de levenslessen in te leren; in het huidige geval vooral over hoe het niet moet. Het is juist belangrijk binnen die structuur je eigen weg te vinden; in de wereld maar niet ervan. Eenzaamheid veranderd dan juist in verbondenheid.  ‘Wie de mens is’ ontwikkelt in dat warme bad van compassie en onvoorwaardelijke liefde veel meer het unieke potentieel  dat ieder voor zich gratis en voor niets meekrijgt bij de geboorte en waarmee we onze dagelijkse uitdagingen, inzichten , gaven en hulpbronnen aanspreken. Gedurende mijn eigen levensloop ben ik me bewust geworden dat we van onze wereld een betere plek maken, wanneer we ons meer verbinden met onze sterfelijkheid en de bron waar we uit voortkomen, in plaats van de wereld te zien als een materieel verschijnsel.

Dat diepe geloof heb ik in aanzet van mijn overleden vader verkregen, en later van mezelf, door te geloven wat ik zag.

Den Haag 13-10-2024

Met Liefde

Ingrid

 

de wereldDe gebruikte afbeelding is een door mijn dochter, Juliette Dreyer, getekende  verbeelding van ‘De Wereld’ , ‘het Al’, Kaart XXI (21) tevens laatste kaart van de 22 Archetypen die in de Tarot benoemd worden als ‘het Grote Geheim’ Het major Arcana.

Het is tevens de laatste kaart van de 7 kaarten van de geestelijke ontwikkeling, het Al.